Samenwerken is het omarmen van disbalans

Wanneer we denken aan samenwerking, komt het beeld van balans vaak naar voren: een team dat in harmonie samenwerkt en de taken evenwichtig verdeelt. Maar is dat wel de essentie van samenwerking? Of is het juist de disbalans die samenwerking aanjaagt? Een goed samenwerkend team is niet per se een team in balans, maar een team dat de dynamiek van disbalans begrijpt en omarmt. Dat opstaat zodra iets uit balans raakt en zegt: “Kom maar op, wat kan ik doen?”

Een interessante gedachte komt van een Amsterdamse hoogleraar microbiologie, die ooit opmerkte dat de essentie van leven niet balans is, maar disbalans. Hij legde uit dat een cel leeft doordat er continu processen plaatsvinden om disbalansen te herstellen: een tekort aan zuurstof, het verwijderen van afvalstoffen, het aanvullen van energie. Zodra een cel in balans is, stopt dit proces—het evenwicht is bereikt en de cel sterft. Zijn stelling: “Leven is disbalans.”

Deze gedachte raakt aan de kern van samenwerking. Net zoals een cel leeft door disbalansen te herstellen, leeft samenwerking door gezamenlijk te werken aan het balanceren van steeds veranderende omstandigheden.

Disbalans als motor van samenwerking

Elke samenwerking begint met een uitdaging: een project, een doel of een probleem dat opgelost moet worden. Dit brengt altijd disbalans met zich mee. Een team dat succesvol samenwerkt, ziet disbalans niet als een probleem, maar als een kans. Het begrijpt dat elke actie nieuwe disbalansen veroorzaakt, en dat dit juist de levendigheid van samenwerking vormt.

Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van een training. Het lijkt een succes: de training is verkocht! Maar al snel ontstaan de bijbehorende disbalansen. Is er een trainer beschikbaar? Waar vindt de training plaats? Zijn de benodigde materialen geregeld? Elk opgelost vraagstuk leidt tot een nieuwe uitdaging, die om actie vraagt. In een goed samenwerkend team worden deze disbalansen opgepakt, niet als problemen, maar als een natuurlijk gevolg van succes.

Eén appje, en er is een trainer. Eén telefoontje, en de locatie is geregeld. Natuurlijk, ook dat kan weer een nieuwe uitdaging creëren, de trainer woont misschien niet in de buurt, maar het team blijft in beweging, oplossend en ondersteunend.

Samenwerken in drie werelden

Binnen de Schaal van Samenwerking zien we drie werelden waarin teams kunnen opereren: Overleven, Ontlopen en Samenwerken. Elk van deze werelden gaat op een andere manier om met (dis)balans:

  • Ontlopen
    Hier wordt disbalans vaak niet zichtbaar aangepakt. Teamleden werken op hun eigen eilandjes, volgen procedures of voeren taken uit zonder echt samen te werken. Het teamgevoel ontbreekt, en groei blijft beperkt tot wat individuen aankunnen. De focus ligt op het vermijden van nieuwe disbalansen, waardoor samenwerking stagneert. Dit leidt tot schijnbalans waardoor alles op orde lijkt te zijn tot er een verandering nodig is of ander gedrag van het team gevraagd wordt.
  • Overleven
    Onder hoge druk kunnen disbalansen leiden tot frustratie en weerstand. Er ontstaat conflict over wat wel en niet belangrijk is, en de disbalansen stapelen zich op. De strijd om controle en veiligheid belemmert de samenwerking en houdt het team gevangen in een vicieuze cirkel van wantrouwen en irritatie. Disbalansen worden actief gediskwalificeerd in de hoop zelf aan de goede kant van de balans te eindigen.
  • Samenwerken
    In deze wereld worden disbalansen omarmd als kansen. Teamleden werken samen om uitdagingen op te lossen, met oog voor zowel het teamdoel als ieders individuele bijdrage. Men is zich ervan bewust dat iets in balans brengen ook altijd weer een nieuwe disbalans creëert op een andere plek. Hier leeft de samenwerking, gedreven door vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid. Disbalansen worden niet als negatief ervaren, maar als de motor die het team vooruithelpt. We spreken hier van functionele disbalans.

Disbalans omarmen als samenwerking in actie

Wat kunnen we leren van het idee dat leven disbalans is? Een team dat de disbalans omarmt, begrijpt dat samenwerken betekent: voortdurend balanceren. Het is niet de afwezigheid van uitdagingen, maar het vermogen om samen op te staan en deze uitdagingen aan te pakken. Daarbij gaat het niet alleen om de taken, maar ook om de energie, geestkracht en richting binnen het team.

Soms voelt een team de behoefte om “alles anders te doen” om een betere samenwerking te bereiken. Maar misschien is het juist krachtiger om de routine van wat goed gaat te omarmen. Vanuit die stabiliteit ontstaat ruimte voor echte verbeteringen, zonder dat er teveel disbalans ontstaat wat kan zorgen voor strijd of frustratie.

Hoe omarmt jouw team disbalans?

Wat gebeurt er in jouw team wanneer de balans verstoord raakt?
Welke routines helpen jullie om disbalansen op te lossen?
Wat zijn op dit moment de belangrijkste disbalansen in jullie team die aangepakt zouden moeten worden?
En hoe kun je als team het omarmen van disbalans verder ontwikkelen?

Disbalans brengt een samenwerking tot leven. Het zorgt voor beweging, groei en verbinding, zolang het team bereid is om samen te balanceren. Vanuit de Schaal van Samenwerking ondersteunen wij teams in het omarmen van disbalans, met aandacht voor zowel routines als verbeteringen. Want elke actie brengt nieuwe uitdagingen, en het omarmen daarvan is wat teams werkelijk samenbrengt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *